Nieuw Zeeland: het noord eiland
Van Nadi aangekomen in NZ stonden Mike en Sheila die we in Thailand hebben ontmoet ons op te wachten! Hoe lekker! Terwijl we op onze schoenen wachten die door quarantaine worden schoongemaakt omdat we 'vreemde aarde' hebben meegenomen uit Fiji kletsen we een beetje bij. We begrijpen dat hun dochter Liz terug is uit de UK en al staat te springen om ons rond te leiden in Auckland. Als we door de stromende regen naar de auto rennen realiseren we ons nog eens hoe lekker het is als je een paar dagen een vaste basis hebt en hoe fijn het is dat Mike en Sheila ons op komen halen. Nu hoeven we zelf niet door de regen te banjeren met zware backpacks op zoek naar vervoer vanaf het vliegveld! Liz is een erg enthousiaste meid die ons door heel Auckland rijdt van lookouts naar goedkope winkels voor de aanschaf van warmere kleding tot het meenemen de kroeg in met haar vrienden, eten, drinken om vervolgens in het stadion een Rugby wedstrijd te kijken. Want dat schijnt een van de 'must-do's' te zijn in NZ! Mike, de vriend van Liz legt ons de regels uit terwijl we naar de wedstrijd kijken en dat is maar goed ook want zelfs Niels weet eens weinig van een sport af! haha! Van Mike en Sheila krijgen we winterjassen, handschoenen en meer warme dingen mee te leen en als we uiteindelijk onze wicked camper ophalen begint ons avontuur! Eerst rijden we naar Sandra (verre familie van Niels) waar we op eerste paasdag een huis vol familieleden aantreffen waarvan Niels niet eens wist dat hij ze had. Na lekker lang op de thee te zijn geweest rijden we door naar het Noorden, Pahia.
In Pahia boeken we een toer naar Cape Reinga voor de volgende ochtend. Daar komen de Tasman zee en de Grote oceaan samen. Omdat we dit vanaf een hoge klif kunnen bekijken is het erg bijzonder om de lijn te zien waar de zeeen tegen elkaar botsen. We hebben een mooie dag en genieten van het uitzicht! De grote zandduinen in de omgeving maken dat we kunnen 'sandboarden'! Ik heb nog nooit op zoveel plekken zand gehad, maar wat hadden we een lol om op een bodyboard de duinen af te glijden! Terug rijden we over het strand (90 mile beach) met prachtig uitzicht op zee.
We rijden weer zuidwaarts en stoppen in Tutukaka om te duiken bij de Poor Knight Islands (in de top 10 duiklocaties van Jacques Cousteau). We slapen op de parkeerplaats van Dive Tutukaka en de volgende ochtend vroeg schrijven we ons in. Het is een prachtige dag en we zijn de hele dag onderweg voor de twee duiken die we maken terwijl we tussendoor van onze skipper interessante verhalen te horen krijgen over de Poor Knights en Captain Cook die de eilanden destijds heeft ontdekt. Omdat het water erg koud is krijgen we een dubbele wetsuit aan en ik heb maar liefst 14 kilo lood nodig om beneden te komen! Dit is wel even iets anders dan de tropische duiken die we tot nu toe hebben gedaan in Azie en Australie! Maar wat is het prachtig! Vooral van duikstek 'Blue Mao Mao Arch' zijn Niels en ik onder de indruk! We zien hele scholen vissen, heel grote 'stonefish', veel stingrays, heel veel nudibranches maar voornamelijk zijn we onder de indruk van de grotten onderwater die dankzij hun lichtinval ons de onderwaterwereld vanuit een ander perspectief laten zien. Heel mooi! We hebben geen maximale duiktijd en beide duiken halen Niels en ik de 70 minuten voor we elk met 50 Bar weer naar boven gaan. Ik ben dan wel flink aan het klappertanden maar wat was het mooi onderwater! Tijd voor de lunch en lekker opwarmen in de zon op de boot! Aan het eind van de dag komen we tevreden terug aan land. Een van de divemasters aan boord had haar laatste dag en verhuist naar Australie en omdat ze niet al haar kleding mee kan nemen deelt ze het meeste uit vanuit haar kofferbak. Met een lekkere warme trui, een sjaal en een regenjas rijker beginnen Niels en ik aan onze avondmaaltijd.
Een van de volgende stops was Coromandel Peninsula. Hier bezoeken we Hot Water Beach. Als je bij laag tij een kuil graaft in het zand en daar gaat pootje baden zul je merken dat je voeten lekker warm worden! Hoe dieper je je voeten het zand in graaft, hoe heter het water is en we moeten oppassen dat we onze voeten niet verbranden! Het water maakt deel uit van een ondergronds reservoir van een vulkaan met verhit water dat mettertijd ontsnapt en afkoelt als het wegstroomt richting zee. Het is erg grappig om te zien dat alle toeristen op een koude dag op dezelfde paar vierkante meter hun voeten willen verwarmen! En wij doen uiteraard vrolijk mee!
Ook stoppen we bij Cathedral Cove; een grot uitgehold door de zee in de vorm van een kathedraal. Als je timing een beetje goed is kun je er onderdoor rennen naar de andere kant van het strand. Helaas kreeg ik op de terugweg een nat pak omdat ik door een andere vrouw werd opgehouden onderweg. Brrr.. niet heel fijn als nog een eind in de kou naar de auto terug moet wandelen! Ach, nou ja, ik was toch al verkouden.
Rotorua is de plek om wat meer cultuur van de Maori's op te snuiven. Niels en ik vinden de rollende 'r' die de Maori's gebruiken als ze spreken erg mooi! We gaan hier naar Te Puia wat een traditioneel Maori dorp is, intact gehouden om de Maori cultuur voort te zetten en om toeristen te informeren en te entertainen. Na een wandeling door het natuurgebied waarbij we indrukwekkende geisers en modderpoelen bezichten is het tijd voor een culturele show waarbij we de Haka aanschouwen. Voordat we worden uitgenodigd om het dorpshuis in te gaan, moet een van de toeristen de nieuwkomers representeren als 'chief'. Hiervoor zoekt de Maoriman een mannelijke toerist die engels begrijpt. Hij kiest Niels! Niels mag nu als eerste het dorpshuis benaderen terwijl een krijger uit het huis een dans voor hem doet en een takje achterlaat als geschenk. Als 'chief' Niels dit opraapt mogen alle toeristen volgen en het dorpshuis in. Eenmaal binnen begroet Niels namens alle nieuwkomers de mannen in het dorpshuis met de tradionele neus-groet! Fantastisch! Terwijl ik geniet van het spectakel probeer ik ook foto's te nemen van het hele fenomeen. Dit alles wordt door de Maori's heel serieus genomen en als een groep Aziaten staat te grinniken worden ze boos aangesproken door de Maoriman. Genieten! Als daarna eenmaal de culturele dans op het toneel begint, moet ook later ik als de 'chief's wife' het toneel op om met de andere Dames een poi-dans te doen. Niels moet uiteraard meedoen met de Haka en vooral het opensperren van de ogen terwijl men de tong uitsteekt geeft een pracht gezicht! Voor we het weten is de culturele voorstelling voorbij en gaan we Rotorua weer in. Het enige waar ik echt niet aan kan wennen is de rotte eierenlucht die door de hele stad hangt vanwege de zwafel. Bah!
In Rotorua gaan we naar de Polynesische spa waar ze 'Hot Pools' hebben die varieren van 38 graden tot 42 graden Celsius. Lekker warm! Ook is het tijd voor avontuur. We gaan 'white water raften'! 26 zondagen per jaar is de dam open om water in de Wairoa rivier te laten stromen en precies als wij willen raften is het zo'n dag. De eigenaar raadt ons aan deze rivier met gradatie 5 (6 is het gevaarlijkst en mag alleen door professionals worden gedaan) te raften in plaats van de rivier die ze normaal gesproken nemen. Achteraf een erg goede keuze! Wat was dit gaaf! Het voordeel van raften is dat je nadat je een gevaarlijk stuk hebt geraft pas ziet hoe eng het is omdat je de afdalingen over het water tussen de rotsen niet kunt zien van te voren. Gelukkig weet onze raftmaster precies hoe we moeten varen en krijgen we een korte uitleg wat ons te doen staat voor we de rivier af gaan. Ruim anderhalf uur later bereiken we het eindpunt van de rivier en dat is maar goed ook want de dam is inmiddels gesloten. Als we in de auto langs de rivier terug omhoog rijden zien we dat bij het beginpunt al geen water meer stroomt. Wat een raar gezicht!
Vanuit Rotorua maken we een zijsprong naar Kawerau. Hier woont de zus van Niels' opa die toen zij onze leeftijd had naar NZ emigreerde. Oma Toos ontvangt ons hartelijk en we krijgen een gevulde koek bij de thee! Lekker! Die hebben we lang niet gegeten! Alle foto's komen uit de oude doos samen met mooie verhalen over haar emigratie en haar leven in NZ. Niels herkent zijn opa en oma en zelfs zijn moeder op veel foto's en geniet. Als ze vraagt of we blijven slapen kunnen we haast niet weigeren. Ook zij geniet van het bezoek en pas de volgende dag na het ontbijt zeggen we haar gedag.
Onderweg naar Taupo rijd ik per ongeluk een fazant aan. Het verdomde beest vloog tegen mijn zijdeur, opgejaagd door een auto die van de andere kant kwam. Als we in Taupo zijn blijkt dat mijn deur niet meer open gaat. Shit! Een deuk door die fazant. Bij een monteur laten we de schade bekijken. Oh, niets aan de hand zegt hij en met een plamuurmes deukt hij de deur weer uit zodat hij weer open en dicht kan. Als hij dan ook nog eens geen betaling van ons wil, rijden we opgelucht Taupo in. We genieten van het mooie uitzicht op het meer en lunchen in het zonnetje. Wel met onze dikke jassen aan want het is koud! We maken plannen voor de volgende dag: we gaan minigolven.
Als we de volgende ochtend naar de minigolf rijden, zeg ik tegen Niels: 'je moet hier rechts hoor'. 'Nee hoor' zegt hij, 'we gaan goed zo'. Voor ik het weet staat onze Wicked camper geparkeerd op de parkeerplaats van Taupo Bungy. Toen Niels en ik net samen waren ruim 5 jaar geleden heb ik hem voor zijn verjaardag een Tandem Bungy Jump gegeven. Tot op de dag van vandaag hebben we deze sprong nog niet gewaagd omdat ik er stiekem toch te bang voor ben. Bij het zien van andere springende mensen en het kijken naar de hoogte springen de tranen in mijn ogen en word ik misselijk van het naar beneden kijken. Op de een of andere manier ben ik na een half uur daar rondlopen en kijken toch zover dat ik de sprong met Niels ga wagen. We betalen. Nu is er geen weg meer terug. We krijgen beide een elastiek om onze benen gebonden en waggelen arm in arm naar de bijna 50 meter hoge afgrond. Een van de bungy begeleiders telt af, 3,2,1... 'Wat ben ik aan het doen?!' schiet er door mijn hoofd als ik de afgrond voor me zie opdoemen en de eerste paar seconden kan ik niet gillen. Daarna schreeuw ik het uit en voor ik het weet liggen Niels en ik op de boot. We hebben het gedaan!! Yes! Eindelijk! Nu pas maakt de angst plaats voor adrenaline. Omdat het zo snel voorbij gaat kun je er eigenlijk niet echt van genieten. Ik ben teleurgesteld maar apetrots dat ik het heb gedurfd. Dit was eens en nooit meer! Niels staat de rest van de dag nog te stuiteren van de opwinding en verheugt zich al op de AJ Hackett Nevis Highwire, een Bungy sprong van 134 meter hoog op het zuid eiland. No way dat ik die ga doen! Maar nu krijg ik in ieder geval niet meer te horen dat ik Niels nog een verjaardagscadeau verschuldigd ben :-)! En om van de overdosis adrenaline af te komen gaan we uiteindelijk toch minigolven! Dankzij mijn hole-in-one op de laatste baan mogen we gratis nog een tweede ronde!
Whakapapa (spreek uit: Faka papa, nee dit verzinnen wij niet zelf) is onze volgende bestemming. Vanaf hier willen wij de Tongariro Crossing gaan lopen. Dit is de beste daghike van NZ en is 19.4 km lang waarbij je een vulkaan beklimt van 1900 meter hoog en duurt gemiddeld 8 tot 10 uur. We hebben een ijskoude nacht in onze camper gehad wat betekent dat we een stralende dag krijgen want er is geen wolkje aan de lucht! In de ijskou beginnen we te lopen. Niels stapt stevig door met zijn lange benen en ik doe een poging tot volgen. Na een uur hebben we de eerste 5 (redelijke makkelijke) kilometer gehad. Nu komt het eerst deel van de klim. Ondanks het eerste uur opwarmen zijn mijn bovenbenen nog ijskoud en valt het omhoog lopen vies tegen. Binnen no time zijn we allebei enorm aan het zweten maar we zetten door. De zon komt ook boven de vulkaan uit en de eerste mooie foto's van Mount Ngauruhoe (Mount Doom in Lord of the Rings) worden genomen. Na nog een steile klim kunnen we genieten van besneeuwde bergtoppen en eenmaal boven op het hoogste punt zien we al het moois om ons heen: de Red Crater, de turkooise blauwe Emerald Lakes, de Blue Lake, Mount Ruapehu en nog steeds Mount Ngauruhoe. Het uitzicht is werkelijk waar fantastisch en we gaan zitten op een grote rots om onze lunch te nuttigen. De zon is nu volop doorgebroken en we trekken onze jas uit. Dit is welverdiend genieten! We moeten hierna naar beneden en opnieuw een stuk omhoog, maar minder ver dan de eerste klim. Als we bij de Ketetahi hut komen haal ik opgelucht adem, ze hebben hier toiletten! Met een lege blaas beginnen we aan de laatste twee uur. Dit gaat alleen nog maar bergafwaarts en is vrij makkelijk. Toch beginnen we de spieren te voelen en zijn we het lopen voor vandaag wel zat. Het mooie landschap hebben we nu in onze rug en de zon verdwijnt ook langzamerhand. We zijn erg blij als we om 14h50 aan de andere kant van het pad zijn en de bus ons ophaalt om ons terug te brengen naar Whakapapa. Wat een prachtige dag!
Uiteraard verblijven we ook een paar dagen in de hoofdstad van NZ: Wellington. Het museum Te Papa wordt ons door iedereen die in NZ is geweest aangeraden en daar gaan we dan ook als eerst heen. Tot onze verbazing lopen we daar de rest van de dag rond. Naast de standaard kunst die ze in de meeste musea hebben, heeft Te Papa ook een heel leuke interactieve ruimte en diverse verdiepingen met verscheidene thema's die jong en oud dagen kan vermaken! Wij vinden de Maori cultuur stukken erg interessant en kijken naar een copy van het verdrag van Waitangi dat er tot de dag van vandaag voor zorgt dat de Maori cultuur in ere gehouden kan worden. Ook gaan we in Wellington weer een keer naar de film en eten we weer eens bij McDonalds. In de Foodcourt bij de bioscoop raken we aan de praat met twee Nederlanders. Net als oma Toos waren ook zij ruim 50 jaar geleden naar NZ geemigreerd en vonden ze het leuk om weer eens lekker Nederlands te praten. Mooie verhalen gaan over en weer totdat onze film begint en we afscheid nemen. Na de film slapen we op een parkeerplaats ergens midden in de stad met toestemming van de restauranteigenaar want gek genoeg heeft Wellington helemaal geen campingfaciliteiten rondom de stad! Ja, ruim 40 km rijden! Jammergenoeg blijkt als we de volgende ochtend wakker worden tijdens onze nacht een van de ruitenwissers van de auto te zijn stukgetrokken. Oei, dit gaat Wicked niet vergoeden en komt op onze rekening. Omdat hij nog half vast zat hebben we de ruitenwisser met touw vastgebonden aan de motorkap zodat deze niet op de vooruit zou waaien en met 1 ruitenwisser (gelukkig deed de bestuurderskant het nog wel want het regent op dat moment heel hard) rijden we naar de Ferry waar we om 7 uur moeten inchecken. We steken met de camper het water over om naar het zuid eiland van NZ te gaan. Daar gaan we wel naar een monteur...
BULA!!
Oftewel welkom/hallo in Fiji! Je hoeft niet lang in Fiji te zijn om dat te ontdekken. Vlak nadat we in Nadi onze backpacks van de lopende band hebben gehaald worden we door verscheidene locals vriendelijk onthaald met een vrolijke bula! en een glimlach van oor tot oor! Omdat we al wat research hebben gedaan lopen we direct naar het Awesome Adventures bookingskantoor om de Bula-pas te boeken. Dit is een bootpas voor de Yasawa Flyer welke een dagelijkse route vaart langs de Mamanucas en de Yasawas - twee eilandengroepen ten noordwesten van Vitu Levi, het hoofdeiland van Fiji - en aan het eind van de dag weer terug komt in de haven van Nadi. Eigenlijk werkt deze boot net als een bus. Je kunt dagelijks op en afstappen om meerdere eilanden te kunnen bezoeken in voor ons twee weken tijd. Omdat we vroeg aan zijn gekomen met het vliegtuig halen we diezelfde dag nog het vertrek van de Yasawa Flyer en gaan we naar het eiland Mana in de Mamanucas. Als we op de boot stappen worden we vrolijk onthaald door de bemanning. Een aantal van hen speelt gitaar en iedereen zingt en klapt mee op de melodie. Zelfs ik werd daar op de vroege ochtend heel erg vrolijk van!
Als we aankomen bij resort Ratu Kini op Mana, krijgen we daar een zelfde soort onthaal. De werknemers van Ratu Kini zingen voor ons een welkomstlied! Hier kunnen wij wel aan wennen! Ratu Kini is een vrij basic backpackers resort, maar met fantastisch uitzicht op de zee en de ondergaande zon. Hier leren we Floor & Isabelle kennen (uit NL natuurlijk) met wie we verscheidene potjes toepen! Ratu Kini organiseert gedurende de dag gratis activiteiten en een daarvan is je eigen sieraden maken van kokosnoot. Met allemaal vrouwen rondom de tafel schuiven ook Niels (!) en ik aan. Al met al is het erg hard werken om voor elkaar te krijgen wat je in gedachten hebt omdat het gereedschap erg basic is. Met een stuk glas wat ooit onderdeel was van een bierflesje proberen Niels en ik de haren van onze kokosnoot te schrapen. De zaag die ze hebben om je kokosnoot in stukken te snijden was ooit heel en had ooit een handvat. Met een half zaagje en heel wat gezweet later weten Niels en ik toch twee armbanden en een ketting te maken. Als we aan het eind van de middag een welverdiend colaatje drinken op het terras vraagt een medewerker van Ratu Kini mij hoe ik aan de ketting kom en wanneer zij vervolgens niet gelooft dat ik die zelf heb gemaakt is mijn dag helemaal perfect!
Onze volgende stop is op Bountyisland. Een veel luxer resort dan op Mana, maar hier blijven we alleen om de volgende dag over te kunnen stappen op de boot naar het noorden van de Yasawas.
Octopus resort is onze volgende bestemming en als we onze Lonely Planet mogen geloven is dit resort zeker de moeite waard om te verblijven. Als we aankomen heeft de auteur geen woord teveel gezegd. De dorm is spik en span en elk bed heeft een eigen ventilator. Een heerlijk zwembad is aanwezig en het zeer vriendelijke onthaal door gastheer Jim geeft je gelijk het gevoel alsof je thuis bent! We hebben mazzel want diezelfde avond is het BBQ en spelletjesavond! Na een flink bord met heel veel soorten vlees (wat vrij bijzonder is in Fiji, want over het algemeen krijg je vaak alleen groente met rijst) begint de avond met limbodansen en gek genoeg haalt Niels met zijn lengte bijna de finale! Hierna volgen verschillende bierestafettes met als aflsuiter aardappelpoepen! Met een aardappel tussen je benen geklemd zo snel mogelijk proberen te rennen, de aardappel in een emmer laten vallen aan het eind van de baan en deze teruggooien naar je teamgenoot om hem of haar hetzelfde te laten doen. De zondagochtend staan we nog redelijk vroeg op om mee te kunnen naar de kerkdienst in het dorp aan de andere kant van het eiland. Het is ontzettend warm en van te voren wordt er gezegd als je het eind van de kerkdienst niet haalt, word je niet raar aangekeken als je tijdens de dienst wegloopt. Na ongeveer een uur kunnen we Niels zijn shirt uitwringen en besluiten we de sauna eh.. kerk te verlaten. De dienst tot dan toe was bijzonder om mee te maken en we zijn blij dat we het hebben gedaan. We lopen nog even rond in het dorp om wat foto's te nemen totdat Jonathani, een van de bewakers van het Octopus resort ons herkent en ons uitnodigt in zijn ‘Bure'. Dit is zijn zelfgemaakte houten hut welke uit een ruimte bestaat van 8 m2 waar hij, zijn vrouw en drie kinderen in leven en slapen. Wat een contrast met de Bure's van het resort! Apetrots laat hij ons alles zien, met name de twee baseballpetjes die aan de muur hangen met ‘security' erop welke hij van voorgaande resortgasten opgestuurd heeft gekregen en met trots draagt als hij moet werken. Een beetje gegeneerd probeer ik de camera die ik nog in mijn handen heb achter mijn rug weg te moffelen terwijl hij zijn levensverhaal verteld. Vol bewondering voor hem en zijn familie zeggen we hem na een half uur gedag. Jonatani wil zich klaarmaken voor een nieuwe werkdag op het resort. Op het resort leren we Andreas, Jeronimo en Chris (uit Duitsland) kennen met wie we erg veel lol hebben, vooral tijdens het volleyballen en we besluiten gezamelijk te reizen naar Mantaray resort.
Mantaray resort valt erg tegen na de luxe van Octopus resort. Ook missen we hier het vrolijke Bula!-onthaal en de vrouw die ons incheckt is de grootste chagarijn die we tot dan toe in Fiji hebben gezien. We beginnen onze vrolijke Jim al te missen! Het snorkelen voor het resort maakt echter een hoop goed. Dit is verreweg de beste snorkelspot tot dan toe! Helaas zijn er in deze tijd van het jaar geen mantarays te zien. Het goede zicht doet ons besluiten om de volgende ochtend een duik te maken. Helaas hadden we deze tijd beter kunnen besteden aan nog een ochtend snorkelen, want het duiken vergeleken met het snorkelen viel een beetje tegen. Nog teleurgesteld verlaten we diezelfde ochtend het resort en gaan we met onze Duitse vrienden naar Oarsman's bay resort. Ook dit was niet echt een goede zet. Het personeel konden we wel achter het behang plakken en er was echt niets maar dan ook niets te doen! Na een saaie (vroege nacht in bed met een boek) besloten onze Duitse vrienden terug te gaan naar Jim en Octopus resort. Niels en ik gingen eerst nog naar Coral View resort. Hier hebben ze plaats voor minstens 100 backpackers en alles is gericht op relaxing en plezier! We besluiten allebei een kayak te huren met een doorzichtige bodem zodat we peddelend op zee het koraal en de vissen kunnen bekijken onder ons. We peddelen helemaal naar de Blue Lagoon met een flinke wind tegen (twee dagen later had ik nog spierpijn in mijn armen)! Daar aangekomen slepen we de kayaks het strand op en springen we de zee in om te snorkelen. Prachtig! Coral view is goedkoop vergeleken met de andere resorts maar waar voor je geld. Niels en ik beginnen ook weer wat gewicht kwijt te raken. Bij de prijs voor de overnachting betaal je namelijk overal voor een maaltijdpakket. Je krijgt dus hetzelfde ontbijt, dezelfde lunch en hetzelfde avondmaal als iedereen en zoals ik al eerder zei is dit voornamelijk rijst met groente.
Twee dagen later besluiten we terug te gaan naar Octopus resort waar een vrolijke Jim ons op staat te wachten. Hier volgen een aantal erg relaxte dagen gevuld met snorkelen (we zien onze eerste leopard shark!), boeken lezen onder de palmbomen, weer sieraden maken maar ditmaal van kleine schelpen, elke middag volleyballen, balspellen doen in het zwembad, doorzakken met onze Duitse vrienden en Jim, een filmavond op groot scherm onder de sterren met popcorn (!), en nog een spelletjesavond zoals de afgelopen zaterdag. Vorige week won Niels het ballonnenspel met een ander meisje terwijl ik foto's nam. Ditmaal deden Niels en ik het ballonnenspel samen en was Niels erg gebrand om zijn titel te verdedigen! We moesten proberen een ballon tussen onze lichamen geklemd te houden zonder onze handen te gebruiken noch de ballon op de grond te laten vallen en opdrachten te vervullen. Wie het snelst is gaat door naar de volgende opdracht (bijv. de ballon tussen onze hoofden, daarna de ballon brengen naar de knieholtes etc.) totdat er een koppel overblijft. En tja.. Niels en ik wonnen het ballonnenspel en dus de gratis cocktails!
Niels woont ook een Kava ceremonie bij. Dit is een traditionele ceremonie waarbij de ‘chief' van het dorp ons als vreemdelingen opneemt in zijn stam. Hierbij wordt Niels benoemt tot ‘spokesperson' waar hij nu nog steeds trots op is! Aan het begin van de ceremonie moeten we een keer in onze handen klappen en Bula! roepen waarna we een uitgeholde kokosnoot gevuld met kava overhandigd krijgen die we in een keer weg moeten drinken. De vloeibare massa die ik in mijn kokosnoot zie lijkt op modderig water en helaas smaakt het ook zo. Na het drinken klappen we drie keer in onze handen om de ‘chief' te bedanken voor de Kava. Kava is een plantensoort en om de kava drank te maken worden de wortels van de kava plant in een soort kussensloop gedaan en uitgewrongen in water. Het drinken van te veel kava zorgt ervoor dat je erg slaperig wordt en na een tijdje raakt je tong ervan verlamd. Heel fijn als je nog een conversatie wilt hebben! Helaas komt aan al het goede een eind en nemen we treurig afscheid van onze Duitse vrienden en Jim.Toch kijken Niels en ik al uit naar onze volgende trip: de BAD Sharkdive met Beqa Adventure Divers in Pacific Harbour. Hiervoor verlaten we de Yasawa eilanden groep en gaan we terug naar het hoofdeiland Vitu Levu. De twee duiken die we met BAD maken zijn FANTASTISCH! We zien wel 20 bullsharks, een aantal nursesharks en een heleboel grey reefsharks, blacktip reefsharks en whitetip reefsharks. Een meter voor je neus worden de enorme bullsharks gevoerd en op het moment dat ze de vissenkoppen weghappen kun je de scherpe tanden in hun bek tellen! Het kijken naar de in rondjes zwemmende haaien vergezeld door hordes andere grote vissen waaronder grote travelli's brengt je in een soort trance. Vol ongeloof staren Niels en ik naar de prachtige beesten voor ons. Na het voeren van de grote jongens stijgen we naar 5 meter om de rifhaaien gevoerd te zien worden. We kunnen nu nog dichterbij zitten en ik word maar liefst twee keer in het gezicht geslagen door de staart van een rifhaai! En toch heb ik me geen moment onveilig gevoeld. Je kunt wel merken dat de jongens die dit al 6 jaar doen erg goed zijn. Dit waren de twee gaafste duiken die Niels en ik tot dan toe hebben gemaakt! Als we na het duiken terugkomen in ons resort (uprising) is het tijd voor ‘horseboarding'! Op een surfboard staan met een touw in je houden dat vast zit aan het zadel van een paard welke vervolgens over het strand galoppeert en je voorttrekt over het water! Heel leuk om naar te kijken! Vooral omdat het erg lastig is in het begin!
Fiji was prachtig, relaxed, spannend met de haaien maar voornamelijk
vriendelijk en gastvrij! Moce Fiji, oftewel dag Fiji, maar Hello New Zealand!!
Van New South Wales naar Queensland
Inmiddels is voor Niels en mij het Australie avontuur bijna afgelopen. Maar uiteraard hebben we sinds Sydney nog een heleboel meegemaakt waarvan hieronder een resume!
Vanuit Sydney zijn Niels en ik doorgereden naar de Blue Mountains, zo genaamd omdat de eucalyptus nevel in de bergen een blauwe gloed achterlaat. Dit met eigen ogen aanschouwen is fantastisch! Het zicht vanaf de stopplaatsen bovenop de bergen die je laten uitkijken op een gigantische vallei doen je hart even stil staan. Je hoort de vogels fluiten die over de boomtoppen vliegen en zelf voel je je even heel klein. In dit mooie natuurgebied hebben we overnacht op een bushcamp (tja, waar anders ;-) ) beneden in de vallei en hebben we prachtige wandelingen gemaakt. Onze beste wandeling was de Canyon walk. Deze hyke duurde zeker 3 tot 4 uur en besloeg alles van klimmen en klauteren tot door water wandelen. Het geritsel in de bosjes geeft aan dat de hagedissen voor je wegvluchten als je langsloopt en voor het eerst zien we een levensgevaarlijke slang! Via een scenic route (oftewel een heel bochtige weg door de bergen) rijden we weer terug naar de oostkust.
We vervolgen onze weg naar het noorden met een stop in Port Macquarie. Wandelend langs de kust zien we dolfijnen zwemmen in een baai! Ook bezoeken we hier het koala ziekenhuis. Hoe aandoenlijk om deze knuffelbeesten hier te zien. Helaas mag ik ook hier geen koala vasthouden omdat de koala's zodra ze weer beter zijn terug worden gezet in hun natuurlijke leefomgeving. En ach, onze Wicked camper zou Wicked niet zijn als we niet weer autopech hadden. De lange steile weg naar beneden vanuit de Blue Mountains heeft onze remschijven flink belast. Maar na het plaatsen van een paar nieuwe rempads kunnen we weer vrolijk doorrijden en zo leren we nog eens iets van auto's! Bovendien betaald Wicked voor alle reparaties en krijgen we de gemiste reisdagen door autopech weer vergoed J!
Wat een backpackers in Byron Bay! In dit voormalige hippiestadje is het een drukte van jewelste. We kunnen niet eens een plek op de camping krijgen en moeten uitwijken naar een camping buiten Byron Bay. Gelukkig lukt het de volgende ochtend wel en besluiten we gelijk vier nachten te boeken. Ook staat mijn eerste surfles op het programma. Hoe gaaf was dat! Dankzij de instructeur konden we elke golf pakken! De overige dagen hebben we zelf een surfboard gehuurd en met vallen en opstaan toch nog redelijk gesurft!
Op de camping komen we Mike en Laila tegen, een stel uit Haarlem. Met hen hebben we een aantal heel gezellige avondjes gehad, vooral in de Cheeky Monkeys waar je met het goed beantwoorden van triviant vragen gratis bier kunt winnen. Niels, fanatiek als hij is, stond uiteraard vooraan in het publiek en kwam met 8 gratis biertjes terug! Een canadese vriend van ons zei me 'your boyfriend is a genius!' waar ik erg om moest lachen! Met daarna de vraag 'can I also have a beer?' In Byron Bay boeken we ook onze toers voor Fraser Island, de Whitsundays en voor onze liveaboard op het great barrier reef. Alles bijelkaar krijgen we een erg goede deal. En Mike en Laila gaan met ons mee op de twee eerst genoemde trips.
Onze vrienden Lee en Jenny stuurden ons een email dat ze op de Goldcoast zitten. Niels en ik vertrekken naar Burleigh Heads om lekker bij te praten met hen onder het genot van een BBQ aan zee! Overal in Australie vind je langs de kust en in de National Parks gasBBQ's voor algemeen gebruik. Dit zorgt voor veel gezelligheid rond etenstijd. Bij toeval treffen we Mike en Laila weer en blijven we met zijn allen buiten zitten kletsen onder het genot van een glas vol ‘goon' (goedkope australische wijn uit een doos met een tapje erop). De volgende dag bezoeken we samen de Quicksilver Pro en verbaas ik me over de surfkunsten een 13-jarig meisje. Tja, daar ben ik natuurlijk niets bij met mijn 3 dagen surfervaring J! Als we doorrijden naar Brisbane stoppen we onderweg in Surfers Paradise om te lunchen, een klein beetje te shoppen en op een terrassje van een ijsje te genieten. In Brisbane bel ik nog even met Evelien om te kijken of we elkaar nog even snel kunnen zien. Helaas hebben we elkaar net gemist want ze vertelt me dat ze al op het vliegveld zit. Niels en ik hebben daarna lekker door Brisbane geslenterd met als een van de betere stops het Queensland Museum. Hier kunnen we eindelijk de Thorny Devil aanschouwen. Helaas wel in een pot op sterk water.
Omdat we alweer een tijdje langs de kust verblijven, wordt het toch weer tijd om wat meer landinwaarts te gaan naar de Glasshouse Mountains. Hier heb ik een voor mij te steile berg niet beklommen tot grote teleurstelling van Niels. Het uitzicht over deze bergen valt een klein beetje tegen na de Blue Mountains gezien te hebben. Toch zijn we hier niet zonder reden naar toe gegaan want de volgende dag vroeg staan we samen met Mike en Laila voor de ingang van de Australia Zoo (van voormalig krokodillengek Steve Irwin). Iedereen in Australie spreekt lovend over deze zoo maar voor Niels en mij valt het kwa diversiteit aan diersoorten erg tegen. Het leuke aan deze zoo is dat veel dieren vastgehouden mogen worden (tegen extra betaling...). Laila valt voor een programma waarbij ze met ringstaartaapjes kan spelen. Zelf gaan wij voor de koala. EINDELIJK! Het diertje dan in mijn armen! Half slapend (heel veel meer dan eucalyptus blaadjes eten en slapen doen ze eigenlijk niet) gaat het met me op de foto. Naast het Koala knuffelen is de leukste attractie de Tiger Temple. Hier worden de tijgers getraind. Op het moment dat wij gaan kijken hebben twee grote tijgers 'speeltijd' in het zwembad. Via een kijkgat in het onderwater bassin kunnen we alle bewegingen van de tijgers volgen. Maar als de oppasser een groot item richting het glas (het publiek) gooit en de tijgers erop afspringen kijk je je ogen uit. Heel gaaf!
Toch missen Niels en ik de kust weer en willen we nog graag een keer surfen voordat we te noordelijk op de oostkust zitten en er geen golfen meer zijn. In Noosa huren we een surfbord dat een stuk kleiner is dan het bord waarop we in Byron Bay gesurft hebben en wat het surfen gelijk een stuk moelijker maakt. Het is dus weer vallen en opstaan in de zee! In de middag rijden we door naar Rainbow Beach omdat hier onze eerste geboekte trip naar Fraser Island op ons staat te wachten. Fraser is het grootste zandeiland ter wereld en de enige manier om er te komen is met een 4WD. Met drie auto's, elk bemand met 10 backpackers, veel te veel eten, 12 tenten en nog meer campingzooi gaan we drie dagen en twee nachten toeren op het eiland. We krijgen een kaart mee en een reisschema in verband met de getijden. Het zelf rijden op het eiland is heel gaaf! Vooral door het heel mulle zand waarin de auto flink schommelt en de 9 passagiers achterin alle kanten op vliegen! Mike en Laila zitten gezellig in dezelfde auto als wij. En als je vast komt te zitten? Dan is het allemaal uitstappen en duwen! Bij Lake MacKenzie genieten wij het meest. Wat is dat water helder! Ook het uitzicht op zee vanaf Indian Head is adembenemend. We zien zelfs haaien zwemmen in het water. In een van de andere auto's zitten Johan en Theresia (Thessie) uit Zweden met wie we heel goed op kunnen schieten. Zij gaan na Fraser een ‘Farmstay' doen. Daar heb ik ook wel oren naar! Voor we het weten is ons kampeerverblijf op Fraser voorbij en zijn we weer op het vaste land.
Na Niels overtuigd te hebben gaan ook wij naar de Myella Farmstay in Baralaba. Als de volgende ochtend vroeg voor ons de dag begint kunnen we eerst uit een groot rek met houthakkersshirts en oude broeken onze werkoutfit uitzoeken! Als de juiste schoenmaat is gevonden voor de rijlaarzen kunnen we de paarden binnenhalen en zadelen. Niels en ik gaan mee met de rit om het vee vanuit de wei binnen te drijven zodat de koeien gemolken kunnen worden. Helaas was het niet de kudde met honderden koeien waarop ik gehoopt had, maar de ervaring was erg leuk! Zelfs Niels zat te genieten op zijn paard! Eenmaal terug verzorgden we de paarden en raapten we vervolgens de eieren bij de kippen terwijl een andere groep ging koemelken. Daarna gingen Niels en ik brandhout verzamelen voor het kampvuur van die avond. Toen Niels een stuk hout optilde schoot er een hagedis onder vandaan. Omdat wij hem lastig vielen zette hij zijn kraag op wat erg mooie foto's opleverde!
Na de lunch was het tijd voor echte actie! De boer ging ons leren een schakelmotor te rijden. Na een korte training waarbij we rondjes moesten rijden om het schakelen onder de knie te krijgen, mochten we het boerenbedrijf over crossen! Heel gaaf! Tijd voor het avondeten! Het eten op de boerderij waren allemaal heerlijke huisgemaakte recepten. Voldaan en moe doken we die avond ons bedje in!
Onze volgende trip naar de Whitsundays vertrekt vanaf Airlie Beach. Met Johan en Thessie besluiten we samen die kant op te rijden en een tussenstop te maken in Eungella National Park. In de Lonely Planet lezen we namelijk dat we hier de Platypus kunnen spotten! Na een dag vol wandelen en zwemmen in een waterval besluiten we naar de plek te gaan waar we dan de Platypus in het echt kunnen zien. Verscheidene keren gaan we naar het platform dat boven het water hangt en een keer vangen we een glimp op van het beestje, maar helaas is het dan al te donker om het goed te kunnen zien. We besluiten op het parkeerterrein te kamperen om de volgende ochtend vroeg nog een keer te gaan kijken. En ja hoor! We zien een platypus driftig zwemmen. Niet veel later komt er nog een platypus langs en ze gaan waarempel met zijn tweeen stoeien in het water. Super leuk om te zien en zo veel leuker dan de platypussen in het Sydney Aquarium! Na het ontbijt is dan wel echt tijd om door te rijden naar Airlie beach want we willen onze zeilboot naar de Whitsundays natuurlijk niet missen!
Helaas is er net een Cycloon langs de oostkust geweest waardoor de super mooie witte zandstranden van Whitehaven beach wel zwart leken van alle troep dat erop was gewaaid. Ook was de zichtbaarheid in het water niet erg goed met snorkelen op het Great Barrier Reef. Al met al hebben we met Mike en Laila een leuke tijd gehad op de boot, maar viel het moois dat we hadden willen zien een beetje tegen. Niels en ik hopen dat onze Liveaboard vanaf Cairns een stuk beter zal zijn!
Op weg naar onze liveaboard zijn we o.a. gestopt in Townsville, een heel leuk gezellig stadje met een hoge berg waarvanaf je prachtig uit kunt kijken op Magnetic Island. Ook zijn we gestopt in Mission Beach waar we hoopten een Cassowary in het wild te zien. Jammergenoeg had het beest zich diep in het bos verstopt. Verder vonden wij Mission Beach erg saaaai! Onze weg vervolgden we tenslotte via het binnenland naar de Atherton Tablelands. Hier reden we de ‘waterfall way' waar de Millaa Millaa falls de mooiste waren! We vervolgden onze weg iets meer naar het noorden om bij Lake Eacham te lunchen en lekker te zwemmen. Het meer is prachtig! Maar Lake Barrine schijnt nog mooier te zijn. Hier eten we eind van de middag scones met thee en genieten we van het uitzicht op het meer. Het begin van de avond komen we dan eindelijk aan in Cairns. Hier treffen we Johan en Thessie weer met wie we een pizza bestellen en aan de lagoon buiten samen eten. Het is al laat wanneer we nog een plek voor onze camper moeten zoeken om te kunnen slapen. We trekken de stoute schoenen aan en vragen het aan het hostel waar Johan en Thessie verblijven of we bij hun voor de deur kunnen parkeren en slapen. Het mocht! We mogen zelfs de auto voor de deur laten staan de komende drie dagen als we de volgende ochtend naar CDC Cairns lopen om aan onze liveaboard te beginnen!
Bij CDC Cairns wordt eerst onze foto gemaakt voor ons Advanced pasje waarna we naar de haven worden gebracht om op de boot te stappen. Een ruige rit op open zee met de Sunkist brengt ons naar het grotere schip de Kangaroo Explorer welke op het Great Barrier Reef aangemeerd ligt. Na het dumpen van onze spullen op onze riante kamer (we hebben een ontzettend groot bed in tegenstelling tot het kleine bedje op de Anaconda zeilboot) met eigen badkamer maken we ons klaar voor de eerste duik! Het is heerlijk om weer in het water te liggen en wat een prachtige vissen en prachtig koraal. Niels en ik besluiten een onderwatercamera te huren welke we voor drie duiken mee mogen nemen (zie enkele foto's)! Naast de tropische vissen zien we schildpadden, nudibranches, stingrays, cuttle fish, black en white tip reef sharks maar helaas geen mantarays. Onze eerste nachtduik was spannend maar ook heel gaaf. De tweede nachtduik zijn we met zijn tweeen gaan duiken en onze missie was het terugvinden van de slaapplek van de schildpad wat ons is gelukt! Erg leuk is het ook om de Red Wrass op het licht van je lamp af te zien komen! Na 3 dagen met in totaal 10 extra duiken in ons logboek zit het avontuur er helaas alweer op en komt de Sunkist ons ophalen om ons weer aan land te brengen. Als we onze auto bij het hostel hebben opgehaald rijden we langs een Canadees stel die we op de boot hebben ontmoet. Zij hebben hun auto teruggevonden met een ingeslagen ruitje en waren met de politie bezig proces verbaal op te maken. Echt balen! Al hun souvenirs waren gestolen en hun luchtbed! Wij zijn het hostel nu nog dankbaar dat we op hun prive terrein mochten parkeren!
Niels en ik hebben nog twee dagen in Cairns voordat we vliegen naar Melbourne om van daaruit door te vliegen naar Fiji. We besluiten naar Cape Tribulation te rijden en genieten enorm van het regenwoud. Als we op de Bloomfield track aankomen staat er een groot bord 'From this point on, 4WD only'. We hebben in principe een 4WD en besluiten de 32 km lange onverharde weg te rijden. Onderweg komen we verscheidene beekjes tegen en hoewel we tot nu toe erg voorzichtig zijn geweest met onze huurauto crossen we er nu gewoon door. Bij een rivier dachten we 'ach, het is niet zo diep, we kunnen de bodem zien, rij maar door' en kwamen we enorm grote stenen tegen! We knijpen hem dan al een beetje voor de weg terug. De weg is echter prachtig. Onderweg zien we wilde paarden en zelfs een wild zwijn de weg oversteken! Aan het eind van de onverharde weg komen we in een aboriginal dorp met op een groot bord de tekst dat hier geen alcohol genuttigd mag worden. Wij mogen echter wel alcohol in de auto vervoeren als we erdoorheen rijden (zie foto van het bord). Dit omdat de aboriginals niet goed tegen alcohol kunnen en anders alleen maar dronken op straat lopen! Na het bezoeken van de Bloomfield falls naast het aboriginal dorp willen we voor het donker terug rijden naar Cape Tribulation. Bij de beruchte rivier stap ik uit om te kijken hoe diep het water nou eigenlijk is. Hoe verder ik liep hoe hoger ik mijn rok op moest tillen om niet nat te worden! Het water kwam op verschillende punten tot halverwege mijn bovenbeen! Ik wees de plekken aan in de rivier waar de hoge stenen lagen zodat Niels vanuit de auto kon zien waar ze lagen en met een zigzag weg langs de hobbels door het diepe water zijn we veilig aan de overkant gekomen!
Terug in Cairns spreken we weer met Johan en Tessie af en gaan we uit eten bij een Mexicaan. De volgende ochtend komt het sentimentele afscheid van onze Wickedvan, ons huisje van de afgelopen 2,5 maand en vliegen we de volgende dag naar Melbourne waar de familie Dunn weer treffen. Ze komen ons ophalen van het vliegveld en we mogen de volle drie dagen weer bij hen logeren waar we ze erg dankbaar voor zijn! Het is leuk om iedereen van de familie weer te zien! Toch is Niels al voornamelijk bezig met het uitzoeken van wat we op Fiji gaan doen. We vliegen vanavond om 23h59 (wat een tijd!) naar Nadi!
See ya'!
Wist je dat...
... Niels en ik in totaal in Australie 13.530 kilometer hebben gereden
... Deze afstand ongeveer gelijk is aan de afstand Amsterdam - Darwin
... We gemiddeld 190 kilometer per dag hebben gereden
... We in totaal AUD 2187 aan benzine hebben uitgegeven
... De duurste benzine 186 cent/liter was
... De goedkoopste benzine 107 cent/liter was
... We alleen in de auto bekvechten
... Alles weer koek en ei is zodra we uitstappen
... We het rijden in de camper toch als fantastisch hebben ervaren
... We daarom in Nieuw-Zeeland ook weer een Wicked gaan huren!
South Australia- Victoria - New South Wales
1500 km verder komen we aan in Port Augusta. Eindelijk een frisse zeewind! En geen vliegen meer! Althans, niet zoveel ;-). We hebben de auto op het strand geparkeerd en sinds lange tijd weer heerlijk geslapen! We kregen het zelfs koud 's nachts! Na, voor ons doen, lang uitgeslapen te hebben vertrokken we naar Clare en Barossa Valley. Twee wijnregio's in de omgeving van Adelaide. Omdat het 26 januari was en dus Australia Day vielen we, na veel wijn te hebben geproefd bij verschillende wijnhuizen, binnen op een lokale barbeque. Heel gastvrij werden we door de locals ontvangen en een van hen, James met nickname Snake, bood ons gelijk zijn huis aan om te slapen in de airco en om een lekkere douche te nemen 'Want er is een hittegolf op komst van meer dan 40 graden en dan wil je niet in je camper slapen' zei hij. Balen! Dachten we eindelijk aan het hete weer van de outback ontsnapt te zijn, zitten we er alsnog middenin! Twee dagen hebben we van de gastvrijheid van James genoten. Hij nam ons mee voor een tour in Clare Valley, we gingen bij zijn vrienden eten en tja, omdat hij ook wijnranken heeft op zijn land kregen we toen we vertrokken nog een paar flesjes mee voor onderweg (Riesling, Cabernet Sauvignon en een fantastische premium wijn)! Peter Barry (van Jim Barry wineries, ook ontmoet op de BBQ) heeft ons meegenomen voor een prive tour in zijn bedrijf. Van de velden naar de wijnpers en de grote tanks vol met rode en witte wijn tot aan de kelder waar de grote houten tonnen staan. Tot in detail konden we alles vragen, heel leuk! Niels en ik zijn menig middagje tipsie geworden met een fles wijn en een kaasplateau (ja Rina, Niels eet tegenwoordig kaas)! Mmm.. De omgeving deed me aan Frankrijk denken. It felt just like home!
In de megahitte (45 graden) hebben we ook nog een dag Adelaide bezocht. En vanwege de enorme hitte kreeg onze nieuwe auto opnieuw kuren. De watertank was gebarsten! In Adelaide dus weer naar het Wicked depot om gelukkig diezelfde middag weer weg te kunnen rijden met een nieuwe watertank. Toen onze auto werd gefixt, lieten Niels en ik ons rondleiden door de Haigh's Chocolate Factory met uiteraard hier en daar een gratis chocolade proef sessie! Alle kilo's die we in Azie en in Centraal Australie zijn kwijtgeraakt eten we er hier weer aan hoor!
Om aan de hitte te ontsnappen besluiten Niels en ik verder te rijden naar Grampians National Park. Daar was het overdag helaas ook nog heel heet (46 graden), maar in de avonden koelde het flink af, gelukkig! Onze favoriete plek om te kamperen zijn en blijven toch wel de bushcamps. Vaak is er geen douche en als er wel een is dan is het een koude, maar van een duik in een waterval in de ochtend, hier de McKenzie Falls, word je ook wel schoon. Genieten van de rust omdat je daar met zijn tweeen bent, midden in de natuur, de vogels, de kangaroes en het geluid van het kletterende water op de achtergrond. Als de eerste hordes andere toeristen komen, zijn wij alweer vertrokken om een wandeling te maken. De Grampians heeft naast de McKenzie Falls ook heel veel lookout's over het park met schitterend uitzicht! En de klim naar de Pinnacle is erg mooi en zeker de moeite van het uitzicht waard aangezien dit een van de weinige lookout's is waar je niet direct met de auto naar toe kunt rijden. Weer genoten Niels en ik als enige van de stilte bovenop deze rotsen terwijl de wind door je haren waait! Fijn om buiten het hoogseizoen te reizen!
Zuidwaarts vervolgden we onze trip naar de Great Ocean Road die loopt van Warnambool tot Torque. Elke afslag vanaf dit stuk snelweg pakken we om het uitzicht te bewonderen, een duik te nemen en in de zon te liggen, te picknicken en tja, het codewoord: te genieten! Als je op de weg rijdt heb je het contrast tussen (voor ons) rechts de oceaan en links het regenwoud. Het laatste zorgt voor veel wildlife en mooie wandelingen en alweer: watervallen! Helaas kunnen we in deze niet zwemmen. Onderweg hebben we ook voor het eerst koala's in het wild gezien (in het zuidelijkste puntje van de Great Ocean Road, op de dirtroads richting Cape Otway, Bimbi park en Blanket Bay)! Uren kunnen we naar deze beesten kijken. Net op het moment dat je denkt weg te rijden, loopt er eentje achter je in het gras waar je toch nog even naar moet kijken, of toch nog even een foto van moet maken... gelukkig hebben we de tijd. Bij Airey's Inlet maken we een strandrit te paard. Niels heeft tenslotte een aantal rijlessen gekregen voordat we op reis gingen en die wierpen mooi hun vruchten af. Voor het eerst heeft Niels gegaloppeerd en hij vond het doodeng! Keihard over het strand, de wind door je haren en de hoeven van het paard die het water van de zee omhoog spattten. Helaas gaat een rit altijd gepaard met twee dagen spierpijn. Tja, dat krijg je als je ongetraind bent! Om de golven te kunnen bereiden geven we 60 AUD uit aan een bodyboard. Heel gaaf! Maar wellicht dat we surfles nemen aan de oostkust!
Vanaf de Great Ocean Road hebben we contact gezocht met de Duits-Australische familie die we tijdens het kamperen in de Northern Territory tegenkwamen (Steve, Ellen, Sophie & Nikki). Bij hen konden we bijkomen van het rijden, even niet in de camper slapen maar in een bed, met de badkamer vlakbij, een computer die we konden gebruiken en we kregen van Sophie en Nikki een tour door de stad Melbourne. Omdat onze vlucht vanuit Melbourne weer vertrekt, blijven we maar een dag omdat we hier weer terugkomen. Ook besluiten Niels en ik twee weken langer in Australie te blijven omdat er te veel te zien en te doen is en we niet elke dag in de auto willen zitten maar langer op een plek willen blijven om eens een boek te lezen (behalve de Lonely Planet kom ik er niet aan toe!) of, zoals Niels graag zegt, ‘lekker een spelletje te doen'.
Na Melbourne besluiten we te kamperen in Wilson's Promontory, alweer een national park. Ook dit park ligt in een groot bos aan de zee en heeft voor ons ‘the best of both worlds'. In de schemering gaan we met een ander Nederlands stel, Dennis en Wendy, op wombat en possum jacht. De wombats zijn totaal niet mensenschuw en zijn makkelijk te spotten en te fotograferen. Alleen als je te dichtbij komt rennen ze van je weg. Possums zitten in de bomen en zijn moeilijker te vinden en te zien. Zeker als het al donker begint te worden. Zodra je zaklamp ze in het kielzog heeft, verdwijnen ze dieper in de kruinen van de bomen. Van Australische mensen op de camping krijgen we te horen over de bosbranden. Een aantal van hen kan niet naar huis omdat hun woning door de brand is vergaan. Vreselijk! Voor we vertrekken gaan we naar het info centrum om naar de huidige status van de wegen en de branden te vragen. 'All clear for now', dus beginnen we te rijden. Het eerste grote stadje in het binnenland gaan we naar het politiebureau voor een nieuwe update van de Princess Highway. 'All clear' en dus rijden we door totdat we de zuidoostkust bereiken. Onderweg komen we enkele gedeelten van het bos tegen dat de dag ervoor is afgebrand. En de stank! Vreselijk! Snel rijden we door! Gelukkig regent het op dat moment en komen we veilig aan bij de zuid-oost kust.
We besluiten te kamperen op Pebbly beach, bekend om haar wilde kangoeroe's die inmiddels redelijk gewend zijn aan alle toeristen. We kunnen verbazingwekkend dichtbij komen en ze zelfs aaien! Helaas springen ze ook zo weer weg zodra ze door hebben dat je geen eten bij je draagt. Als de avond valt, komt na ons avondeten een possum bij ons gluren of we niet wat kliekjes hebben. Hij ruikt het brood wat achter in de kofferbak ligt en probeert op onze auto te klimmen. Op het moment dat wij het bed op willen maken om naar bed te gaan, komt het eigenwijze beestje weer langs en probeert het de auto in te springen! Gelukkig kon Niels hem toen net op tijd wegjagen!
De volgende ochtend gingen we vroeg weg om een dagje naar Canberra te gaan. Toch werden we nog even opgehouden door een heleboel mooie vogels die ongevraagd op je schouder of je hand komen zitten of vlak langs je oren vliegen waardoor je je rot schrikt! Zeker als je foto's staat te maken en het dus niet aan ziet komen. Maar wat zijn ze prachtig! Met de krassen op zijn hand, rijdt Niels het eerste stuk naar Canberra. Onderweg stoppen we bij de ‘award winning bakery' in Braidwood (volgens mij krijgt alles hier een award) en genieten we van ons ontbijt.
Eenmaal in Canberra zijn we net op tijd voor een toer met een gids in het nieuwe Parliament House en krijgen we uitleg waarom destijds voor dit ontwerp gekozen is. Na een interessant half uur vervolgen we onze weg naar de ‘National Gallery of Australia'. Ook hier gaan we met een gids door het museum. In tegenstelling tot in het parliament house waar we met een heel grote groep waren, waren we hier met zijn tweeen. Onze gids vroeg ons waarin we geinteresseerd waren waardoor we een prachtige en zeer interessante toer hebben gekregen over de kunst (en de geschiedenis) van de Aborigenals. Bijna twee uur hebben we met haar rondgelopen, terwijl de oorspronkelijke toer maar een uur duurt. Net op tijd zijn we voor de laatste toer in het oude Parliament house. Wat een verschil met het nieuwe! Deze toer vinden we redelijk saai. Of dit komt omdat er dingen herhaald werden van de toer uit het nieuwe Parliament House of omdat we gewoon toer-verzadigd waren weten we niet. Al met al hebben we een prima dagje Canberra gehad en kunnen we zeggen in de hoofdstad van Australie te zijn geweest!
Jervis Bay is onze volgende stop. Daar kamperen we op een picknick plek aan de kust. Het is heerlijk om het geluid van de golven te horen als je in je camper ligt en probeert in slaap te vallen. In de ochtend besluiten we een dolfijnen cruise te doen. Helaas gaat de boot na 10 minuten varen weer terug naar de kust omdat het weer te heftig is. De golven zijn te hoog en de dolfijnen zul je dan ook niet goed zien. Gelukkig was het ‘dolfijnen gegarandeerd' en kunnen we ons geld terug krijgen! Verder reizend langs de kust hebben we nog steeds koud weer (inmiddels verlangen Niels en ik weer naar de zon) en trekken we omhoog tot Sydney!
Vlakbij de Harbour Bridge met uitzicht op de Opera House verblijven we dit keer bij Chick & Carine in Kirribilli. Carine is er dan helaas niet omdat ze haar familie in Brazilie aan het opzoeken is. Chick geeft ons een zeer warm welkom en is blij met Niels te kunnen frisbeeen! Omdat het weer nog steeds niet fantastisch is (af en toe regen) doen we veel dingen binnen. We gaan weer naar een museum, gaan omhoog in de Sydney Tower om van de skyline van de stad te genieten, zien voor het eerst de Platypus in het Aquarium (aanrader overigens!) en willen we de Thorny Devil zien in het Wildlife Park. Helaas horen we eenmaal binnen dat het arme diertje is gestorven! Wij baalden enorm want we zagen ernaar uit het eindelijk in het echt te zien. Hopelijk straks wel in de Australia zoo!
Een afspraak met Dave en Jack, twee vrienden van Niels die hij in Canada heeft ontmoet, staat ook op het programma. Met zijn allen gaan we uiteraard naar een steakhouse. ‘Beef' hier is heerlijk! We merken zelfs het verschil met de hamburgers bij de Australische MacDonalds! Na het diner gaan we bij Dave zijn werk op het balkon nog een drankje doen met uitzicht over de haven en is Niels makkelijk te verleiden voor een potje tafeltennis tegen Dave midden in het kantoor. Al met al was het een heel gezellige avond. We vinden Sydney een erg leuke stad! Toch kunnen we hier niet eeuwig blijven. De Blue Mountains is next!
Outback Australia - Northern Territory
Buzzzing Australie, niet met mensen maar met vliegen! Om gek van te worden! Als je ’s avonds in je bed ligt hoor je nog het gezoem in je oren! Maar ach, alles went... zo ook de hitte!
Vanuit Bali zijn we dan eindelijk in Noord-Australie, Darwin geland. Na drie dagen hangen in ons hostel bij het zwembad met andere Nederlanders die een poging deden geld te verdienen voor een trip door Australie maar alles aan alcohol verpatsen, wat geslenter door de stad en ons verbazen over de kloof tussen de Aborigonals en de ‘blanke Australiers’ konden we niet wachten om onze WICKED camper op te halen!! Wij vonden Darwin een vrij saaie stad en wilden ons avontuur beginnen om de ‘Outback’ in te gaan, ook wel ‘Never never land’ zoals we gezien hebben in de film ‘Australia’. (Erg leuk overigens om deze film in Australie zelf gezien te hebben!)
De 4WD camper ‘Free Hugs, Enquire Within’ en (voor Nederlanders erg toepasselijke) ‘Hugs, Not Drugs’ stond voor ons klaar bij het Wicked depot. Na wat gedoe met het betalen van de camper en de enorme borg konden wij voor het eerst aan de linkerkant van de weg gaan rijden door Australie! Op naar Coles supermarkt om 70 liter water en een heleboel eten (waaronder aardig wat blikvoer) in te slaan voor het geval je auto het begeeft midden in de woestijn, waarna we reden naar Litchfield National Park. Daar hebben we heerlijk gekampeerd midden in de bush! Om ’s morgens wakker te worden (en als vervanger van de douche, want die heb je niet als je gaat ‘bushcampen’) duik je heerlijk in de poel water voor een waterval. Wel was het even wennen om in de camper te kunnen slapen. Van binnen is dat ding ’s avonds nog een oven, het koelt gewoon niet af! En als je de deuren open zet, houden de muggen je de hele nacht uit je slaap. Ook niet ideaal. Gelukkig stond er naast ons een Australisch gezin waarvan de moeder oorspronkelijk uit Duitsland komt die ons geholpen heeft aan lappen gaas om voor de ramen te hangen. Daarna sliepen we als roosjes..
Na een paar dagen Litchfield wilden we naar Kakadu National Park, ten oosten van Darwin. Onderweg zijn we gestopt om de ‘spectacular jumping crocodile cruise’ te doen. Dat was echt fantastisch! Omdat we in het laagseizoen zitten waren wij en nog twee andere bezoekers (Chick & Carine uit Sydney) de enige op de boot en zaten we eerste rang om de krokodillen de boot te zien naderen en uit het water te zien springen, happend naar het stuk vlees dat hen boven het hoofd gehouden werd! Omdat de touroperator niet het natuurlijke jaaginstinct van de krokodil wil laten verdwijnen door het te voeren, laten ze de krokodil vier keer springen voordat het zijn stuk vlees krijgt zodat hij de energiewaarde van het stukje vlees al heeft verbrand voor hij het krijgt. De klap die je hoort als de kaken van de krokodil op elkaar klappen terwijl hij niets in zijn bek heeft is ongelofelijk!!
In Kakadu hebben we weer heel veel gewandeld en ontzettend mooie natuur gezien. Helaas waren veel wandelpaden gesloten vanwege het regenseizoen en konden we niet in watervallen zwemmen zoals in Litchfield. De grootste watervallen Jim Jim Falls en Twin Falls waren alleen zichtbaar vanuit een vliegtuigje. Niels en ik hebben daarom een prachtige vlucht over Kakadu gemaakt! Er was zelfs een regenboog zichtbaar aan de voet van Jim Jim Falls! Het uitzicht tijdens deze 75 minuten durende vlucht was fantastisch! Vooral Niels heeft erg genoten. Halverwege de vlucht had ik helaas te kampen met een lichtelijke misselijkheid, dus was ik blij toen we weer aan de grond stonden!
Ons oorspronkelijke plan om na een trip naar Centraal Australie naar de Oostkust te rijden via de Barkly Highway moesten we wijzigen. De hele Barkly Hwy was namelijk weggespoeld! Iets wat wij ons totaal niet kunnen voorstellen! Een heel stuk asfalt in een keer weg! Vanuit Katherine (waar heel veel aboriginals dronken op straat hangen, triest gezicht) bezochten we Nitmiluk National Park. We hebben een flink ruwe wandeling gemaakt over de rotsen om bij een beschutte waterval te komen (Southern Rockhole). Helaas bleek na twee uur een hele horde toeristen vanaf de andere kant per boot aangekomen te zijn. Daar ging onze rust. Een van deze toeristen was Chick (Carine was op de boot gebleven omdat ze haar enkel had verzwikt) met wie we lekker hebben bijgekletst. Omdat het begon te regenen vroeg de bestuurder van de boot of wij niet met de boot mee terug wilden omdat het te gevaarlijk zou zijn om over de gladde rotsen terug te klimmen. Dat was een gratis boottochtje langs de Gorges!! En we konden Carine ook weer zien. Heel leuk!
Onze volgende bestemming was Devils Marbles maar helaas hebben we dat niet gehaald en kwamen we niet verder dan Tennant Creek omdat onze auto het begaf! Het lampje van de fuel filter begon te branden en we moesten gelijk in TC naar de monteur. Omdat het op dat moment ook ontzettend hevig regende waren de wegen overstroomd om verder naar het zuiden te rijden en moesten we sowiezo in TC blijven. De monteur zei ook doodleuk: ‘it’s a mondayjob’. Zaten we daar 3 dagen vast in de middle of nowhere in de regen! Terwijl de locals er erg blij mee waren omdat er al drie jaar geen hevige regen was gevallen in TC. Gelukkig konden we maandagmiddag wel weer doorrijden naar Devils Marbles (grote steenformaties). Wij waren op dat moment de enige (waarschijnlijk vanwege het rotweer) en toen we terug liepen naar de auto achtervolgde een wilde Dingo ons. Scary! Gelukkig kwam hij niet te dichtbij & konden we veilig de auto in om door te rijden!
Onze monteur had niet heel erg zijn best gedaan met onze auto. We hadden steeds meer problemen tijdens het rijden. Eigenlijk was de hele schakelbox stuk. Als we 80 km/uur reden ging de toerenteller vanuit het niets ineens omhoog! Vreselijk! Het hele stuk naar Alice Springs ging daardoor het benzine verbruik van 1 op 9 omhoog naar 1 op 5! En dan te bedenken dat je in Centraal Australie 175/185 cent/liter betaald ipv 120 cent/liter. In Alice Springs zat gelukkig een Wicked Depot. Daar konden we gelijk onze auto omruilen voor een nieuwe! CatDog prijkt nu op de zijkant van onze auto, met achterop, jawel, “Driver carries no cash, he’s married!” Na alle stress die we van de auto hadden gehad, vonden we dat we wel een keer een fatsoenlijke maaltijd hadden verdiend (ipv onze eigen camping kookkunsten) en gingen we naar het Overlanders Steakhouse. Een groot bord met daarop: krokodil, kangoeroe, struisvogel, barramundi, kameel en rund stond binnen no time voor onze neus! Mmmm!! Heerlijk! En zo konden we de verschillende soorten vlees (& vis) proberen. Gelukkig scheen de zon ook weer in Alice Springs en konden we een hele dag genieten van de West McDonnels Ranges. Weer lekker veel gewandeld in de natuur en genoten van het zwemmen in de waterpoels onder aan de voet van de Ranges. De dagen daarna was het tijd voor de highlights van Centraal Australie: King’s Canyon, Ayers Rock (ook wel Uluru) en de Olgas (ook wel Kata Tjuta).
King’s Canyon was echt fantastisch. Weer kwamen we Chick & Carine tegen en we besloten met zijn vieren de Canyon te beklimmen de volgende ochtend. Om 5 uur ’s morgens zouden we naar de voet van de Canyon rijden om in het donker aan de klim te beginnen. Inmiddels is het namelijk een standaard 40 graden of hoger vanaf zonsopgang! Je kunt je dus voorstellen dat je midden op de dag totaal niets kunt doen behalve water opzoeken. Het eerste gedeelte van de klim was heel stijl en redelijk vermoeiend, maar absoluut de moeite waard. Bovenop de Canyon zagen we de zon opkomen en konden we onze zaklampen uitzetten voor de rest van onze tocht. De wandeling gaf ons een fantastisch uizicht op de vallei en halverwege de Canyon konden we weer naarbeneden om in de Garden of Eden een duik te nemen. Heerlijk koel! Het tweede gedeelte van de wandeling was het zwaarst omdat we buiten de schaduw van de Canyon liepen in de volle zon. Om een uur of 10 stonden we bekaf doch zeer voldaan weer beneden, op naar het zwembad van de camping met de airco hoog aan in de auto!
De klim op Uluru een dag later was misschien nog wel meer spectaculair. In de laatste 7 weken is de klim omhoog maar 3 dagen open geweest ivm de weercondities. Regen en sterke wind maken de klim omhoog te gevaarlijk. Niels en ik zaten duimendraaiend in de auto hopend dat het hek voor de klim open zou zijn. En dat was het! Eenmaal uit de auto gestapt kwam bij mij de schrik: dit is wel heel stijl! Moet ik daar omhoog?! Met Niels vlak achter me heb ik me omhoog gesleept. Op sommige stukken met tranen in mijn ogen! Doodeng vond ik het! Helemaal het stuk dat je uit de beschutting van de rots komt en een sterke wind van voren voelt. Er is niets meer om je aan vast te houden en moet je volledig op jezelf vertrouwen. Bovenop voel je je wel de koning te rijk. Het uitzicht is spectaculair en leunend tegen de wind geniet je van de volbrachte prestatie! Heerlijk! En dan moet je nog naar beneden. Gelukkig viel dat alles mee en ging dat sneller en beter dan verwacht. Helemaal bezweet en belaagd door de vliegen stonden we weer bij de auto: airco aan en snel naar het zwembad!
Voor de derde dag op rij stonden Niels en ik om 5 uur op om een wandeling te maken. Ditmaal rondom Kata Tjuta. Helaas liepen we hier al vrij snel in de volle zon en omdat het tweede gedeelte van deze erg lange wandeling in een vrij saai gebied was, waren Niels en ik het heel snel zat. De warmte, het vroege opstaan en de vliegen begonnen ons een beetje op te breken. Chagarijnig kwamen we bij de auto terug. Tijd om de hitte te verlaten. Hiervoor moeten we een dikke 1500 km doorkarren naar het zuiden van Australie ook wel: de bewoonde wereld! Deze afstand hebben we samen in twee dagen gereden omdat er niets anders dan woestijn en maanlandschap om je heen te zien is langs de weg. We hebben een tussenstop gemaakt en overnacht in Coober Pedy. Een mijnstadje waar alles en iedereen draait om Opal. Overal om het dorp heen zijn mijnschachten met grote gele borden die je daarvoor waarschuwen. Vanwege de enorme hitte (het kan een 56 graden worden in Coober Pedy) woont 30% van de bevolking in Coober Pedy nog onder de grond. Logischerwijs hebben Niels & ik een mijntoer gedaan en een dugout (ondergronds huis) bezocht. Als je een stukje land hebt en een graafmachine huurt kun je je eigen huis uitgraven. Voor nog geen 30,000 AUD heb je dan je eigen ondergrondse woning inclusief electra en waterleidingen. Als je dan later nog een extra kamer aan je huis wilt maken, huur je gewoon weer een graafmachine voor een week en graaf je een extra kamer aan je huis! En wie weet vind je onderweg nog wat Opal ook! Erg leuk om met deze mensen te praten!
Op naar de bewoonde wereld en het volgende blog!
Langverwacht Indonesie
Na een korte vlucht vanaf Singapore airport kwamen we om half 12 ‘s avonds aan in Jakarta. Pas de volgende ochtend konden we de eerste indrukken van de stad in ons opnemen: groot, druk en vies zoals tot nu toe alle grote steden in zuid-oost Azië. Ontzettend veel arme mensen en dus heel veel bedelaars. Om gek van te worden die omhoog gehouden handjes en ogen vragend om geld. Wij eindigden met ook onze handen ophouden bij hen, maar dit werd niet echt gewaardeerd! In plaats van in een taxi te stappen, namen we vaak de trein. Een keer hadden we per ongeluk het goedkoopste kaartje gekocht waardoor we echt tussen armer dan arm Jakarta zaten. En zie dan maar eens weg te lopen van de bedelaars. Treurig!
Na 1 hele dag Jakarta hadden we er ook meer dan genoeg van en boekten we de ‘Executif' trein naar Yogjakarta. Fantastisch brede stoelen, televisie, airco, deze 8 uur durende trein rit was voor de verandering makkelijk vol te houden. Naast ons Peter, Sze en Noah uit de UK met wie we in Yogjakarta nog menig avondje hebben gekletst en gegeten. 'Djokdja' in de volksmond scheen een fameus sultan's paleis te bezitten (Kraton), helaas absoluut niet de moeite van het bezoeken waard. Daarentegen waren onze uitstapjes naar Borobudur en Prambanan fantastisch. In het ochtend gloren hebben we bij deze oude tempels aardig wat plaatjes geschoten. Daarnaast wilde de Javanen ook erg graag met ons op de foto en een praatje met ons maken. Hele klassen waren op excursie en hadden als opdracht ‘val de toeristen lastig, dan verbeter je je Engels'! Aangezien wij tijd zat hadden, hebben we ruim een uur een standaard vragen lijst afgewerkt van ‘where are you from' tot ‘what's your favourite movie', erg grappig!
Uiteraard konden we op Java een bezoek aan de Bromo vulkaan niet overslaan! 's Ochtends vroeg met de jeep de berg op om de zon te zien opkomen en de vulkaan tussen de mist te zien opdoemen. In ons hotel werd ons meerdere keren gevraagd of we geen winterjas wilde huren omdat het heel koud kon worden. De Javanen leken inderdaad wel dood te vriezen bovenop de berg. Omhuld met wollen dekens, wollen mutsen, terwijl wij voor het eerst onze spijkerbroek, vest en regenjas uit de tas hadden getrokken. Meer dan voldoende voor de 5 graden. En zodra de zon opkwam werd het alweer warm. Bovendien was de klim naar de vulkaan zelf om in de krater te kijken dusdanig vermoeiend dat het flink zweten geblazen was in onze regenjassen! Wat een ‘rotte eieren lucht' kwam er uit die krater! Lekker die zwavel. Heel lang hebben we dan ook niet boven gestaan, maar het uitzicht in de krater alswel daaromheen was absoluut de moeite waard!
Eigenlijk stond na Bromo een trip naar Ijen in de planning. Helaas werd Niels onderweg dusdanig ziek -het kwam er aan alle kanten uit lijkt me een meer dan voldoende omschrijving- waardoor we om de 5 minuten moesten stoppen. We eindigden dan ook bij een heel crappy motel langs de kant van de weg in Pasir Putih. Waar? Juist ja, in de middle of nowhere. Uiteraard was daar ook geen dokter te bekennen en moesten we de volgende dag met pijn en moeite een uur doorreizen naar het volgende dorp (Situbondo) waar een kliniek scheen te zijn. Nadat we de dokter hadden uitgelegd dat we antibiotica nodig hadden en iets tegen het overgeven, kon ik zelf de medicijnen afhalen bij de apotheek. Voor 165.000 Roepia (ong. 10 euro) had ik een complete antibiotica kuur, diarree remmers, maagpillen en een steriele spuit met iets tegen het braken. Hoe goedkoop! Voor het consult van de arts hebben we uiteindelijk niets hoeven betalen, wat mij nog steeds verbaast! En alleen de broeder die Niels zijn anti-overgeef-spuit toediende vroeg nog 20.000 Roepia. Zo goedkoop en snel zijn we nog nooit behandeld geweest denk ik! De verpleegkundigen verwezen ons naar een hotel aan de overkant van de kliniek. Een ‘government' hotel waar we voor de VIP-suite net zoveel betaalden als een nacht in het megaslechte motel van de nacht ervoor. En nu hadden we wel een fatsoenlijk bed, 40m2 met werkende airco, warm water in de badkamer, een Europees toilet (geen mandi) en zelfs een ligbad! En terwijl Niels de hele dag en nacht lekker lag te slapen ben ik op onderzoek uitgegaan om onze trip naar Bali uit te zoeken, wat boodschappen te doen, te kletsen met Javanen en andere hotelgasten (accountants in dienst van de overheid van Indonesië die me het nieuwe accountancy systeem van Indonesië trachten uit te leggen in gebrekkig Engels).
De volgende ochtend was Niels nog steeds zwak, maar wilde hij per se weg uit Situbondo om te relaxen aan het strand. De Gili eilanden bij Lombok waren onze eindbestemming, maar daarvoor moesten we wel eerst heel oost Java en Bali doorkruizen.Via de waarschijnlijk meest vreselijke tocht ooit: bus naar de kade, ferry naar bali, vanaf de ferry de lokale bus naar Denpasar, dolmus naar Padangbai, oost Bali in de bloedhete zon zonder airco en een zieke klagende Niels. Ik denk dat deze dag met stip tot beste reisdag bestempeld kan worden ;-)!! Op kerstavond zaten we dan eindelijk in Padangbai en hoewel we in een restaurantje zaten om toch iets te eten, kwam het er uiteindelijk op neer dat ik een take-away pizza meenam naar onze kamer om daar kerstavond door te brengen!
Gelukkig stond 's morgens vroeg de speedboot naar Gili Trawangan (Lombok) klaar om ons binnen een uur naar het eiland te brengen. Halverwege de spectaculaire tocht over de hoge golven vielen de motoren uit en maakten we een draai van 360 graden waarbij een flinke golf overboord kwam. Heel gaaf! De bemanning kreeg een aantal motoren met gemak weer aan de praat en voor we het wisten konden we onze voeten in het zand planten. Op aanbeveling van twee Nederlanders die het bounty eiland verlieten op het moment dat wij aankwamen gingen we naar Coral Beach 2: een van de meest relaxte bungalows op het eiland met lounge hutjes op het strand, een snorkelspot voor de deur waar we elke dag schildpadden hebben gezien en aardige bediening, wat wil je nog meer? Op het eiland kwamen we ook Lee & Jenny weer tegen met wie we ons ‘kerstdiner' maar eens over hebben gedaan en Niels had gelukkig voor het eerst weer trek! Op Gili Trawangan hebben we ook eindelijk weer gedoken! We hebben haaien gezien, grote murenen en veel klein speciaal onderwaterleven maar helaas geen grote roggen waar het eiland bekend om staat. Gili Trawangan stond geheel in het teken van relaxen, lekker eten en zo min mogelijk doen!
Op 30 december besloten we met pijn in ons hart het Gili eiland weer te verlaten om naar Kuta, Bali te reizen om daar Oud & Nieuw te vieren met Lee & Jenny die al eerder waren vertrokken en met Emma & Damien, onze vrienden van Gili Trawangan. Voor de terugweg besloten we geld te sparen en gingen we voor de lange tocht naar Kuta inplaats van de speedboot. 8 uur 's morgens vertrokken we om om 19h00 's avonds aan te komen in de stromende regen in Kuta. Alle accommodaties zaten bomvol (tja, wat wil je met oud & nieuw) en na een uur lopen in de stromende regen met een zware backpack op onze rug was de enige optie een hotelkamer voor 1,5 miljoen roepia. Veel te veel geld voor daar en we besloten toch verder te zoeken. Met ontzettend veel mazzel vroegen we een eigenaar van een hostel waar ook een bordje ‘FULL' op de deur hing of hij nog een kamer had. Ja nog 1 zei hij, kom maar kijken. Heel basic, badkamer met vieze muren maar te doen en de bedden hadden schone lakens. Voor nog geen 3 euro per nacht hadden Niels & ik een kamer! Wat waren we blij!
Oudjaarsdag wilden we westers lunchen bij de Ocean Beach Club. De meest fantastisch uitziende clubsandwich bleek de meest verschrikkelijke! Bij mijn eerste hap ontdekte ik maden in mijn sandwich! Alles uitgespuugd en na ons beklag bij het management hoefden we onze rekening niet te betalen. Wel het minste wat ze konden doen!
Oud & Nieuw hadden we het liefst in een grote club gevierd, maar onze vrienden uit de UK waren bang voor een bomaanslag waardoor we uiteindelijk in gezellige kroegjes eindigden en om 12 uur vuurwerk op het strand keken met de Balinezen. Compleet vreemden wensten ons openlijk 'Happy New Year'! Heel gezellig!
Nieuwjaarsdag verruilden we het te drukke en toeristische Kuta voor rustig en pittoresk Ubud. In de bus daarnaar toe zijn we Canadees Paul tegengekomen en niet meer kwijtgeraakt. Alles wat wij wilden doen daar was hij ook wel voor in, dus in plaats van met zijn tweeën, reisden we een paar dagen met zijn drieën! In monkey forest moesten we de apen van ons afslaan. Op de scooter zijn we naar Pura Besakih gereden om de moedertempel van Bali te bezichtigen. Lange wandelingen maakten we langs de rijstvelden met zonsondergang. We hebben een traditionele Balinese dansvoorstelling en ‘Kecak fire and trance dance' (absolute aanrader!!) gezien, 100 mannen die vocaal hun eigen muziek maken zonder dat er ook maar 1 instrument aan te pas komt. Heel apart! Lunchen deden we aan commune tafels tussen de Indonesiërs om de locale specialiteit Babi Guleng (speenvarken) te proberen, heerlijk! Dankzij mijn Balinese tafelgenote heb ik voor het eerst Mangosteen geprobeerd, een heel lekkere vrucht die wel vreselijk vlekt! Op aanraden van een collega van Niels (Thanks Lodewijk!) zijn we bij Arie's Warung gaan eten die als Nederlandse specialiteit Patatje Oorlog verkocht! Wij gingen echter voor het andere locale gerecht: eend! Heel erg lekker! Arie is een fantastische gastheer en bleef maar moppen tappen. Paul hebben we wel een dag van ons los kunnen weken om een dagje naar de spa te gaan: na een heerlijke massage lekker badderen tussen de rozenblaadjes met uitzicht op de rijstvelden! Eigenlijk zouden we nog naar Tulamben om in het scheepswrak een duik te maken, maar ik was dusdanig verkouden dat dit niet mogelijk was. Daarbij was ons bed in Bali Spring Cottages, het eten en al het bovenstaande in Ubud te fijn om te verlaten! Tot onze vlucht van 6 januari vanuit Denpasar, Bali naar Darwin, Australië zijn we dan ook lekker in Ubud blijven genieten!!
Nightsafari in de jungle en in de stad
Het is alweer even geleden sinds de laatste update & na veelvuldig verzoek van het thuisfront hier dan ein-de-lijk de volgende update. Niels & ik vinden het reizen nog steeds heerlijk en hebben de afgelopen weken genoten van de diversiteit van de natuur en cultuur in Maleisie en Singapore.
Aangekomen in Kuala Lumpur (KL) gingen Niels en ik op zoek naar een hostel. Want zoals gebruikelijk hadden we niks gereserveerd. Overal waar we tot nu toe zijn gekomen konden we moeiteloos een slaapplaats vinden. Helaas gold dit niet voor KL. Blijkbaar was het een feestdag (ik weet nog steeds niet wat voor een) waarop alle Maleisiers zelf ook de hort op gaan en alle kamers in de hostels zaten dus vol. Boven een kroeg in een hostel konden we nog wel op een dorm (slaapzaal) terecht. Tja.. voor alles is er een eerste keer! Ik had me al ingesteld op gesnurk van vreemde mensen waardoor ik niet zou kunnen slapen. Uiteindelijk was het de bas vanuit het cafe onder ons wat ons de hele nacht heeft wakker gehouden! We werden letterlijk uit ons bed gedreund!
Lichtelijk slaperig zijn we door de stad gaan wandelen en hebben we zoals elke toerist veelvuldig plaatjes geschoten van de Twin Towers. Helaas waren we te laat om de toren op te kunnen (de kaartjes waren die dag in 1 uur vergeven, waarschijnlijk ook vanwege alle Maleisische vakantiegangers) en besloten we daardoor de KL Tower op te gaan. Deze toren geeft een beter uitzicht over KL en goed zicht op de Twin Towers waar we uiteraard nog meer foto's hebben gemaakt. Een rondje door chinatown stond ook op het programma. Het is een rare gewaarwording als je omringd wordt door alleen maar Maleisiers en de andere toeristen moet zoeken. Gelukkig steek je wel met kop en schouder boven ze uit (Niels helemaal), dus elkaar kwijtraken in de menigte was geen optie (zie foto)!
Na twee dagen genoeg de toerist te hebben uitgehangen in de hoofdstad van Maleisie vertrokken we met de bus naar Taman Negara. De lonely planet verteld ons: 'A buzzing, leech-infested mass of
primary forest over 130 million years old'. Tijd voor avontuur! In de bus op weg naar de jungle hebben we kennis kunnen maken met Alex (Aussie), Liz (UK) and Mike (USA). De eerste twee nog redelijk
jong en druk (18 jr), de laatste wijs en rustig (60 jr). Toen we aankwamen regende het en het waterpeil in de rivier was in de afgelopen drie dagen vijf meter gestegen! Gelukkkig hebben wij alleen
maar mooi weer gehad tijdens onze twee jungle dagen.
Niels en ik hadden het plan om in Taman Negara in een 'hide' te gaan slapen. Een primitieve houten hut, midden in de jungle met een open raam om vandaaruit 's nachts de dieren te bekijken die
drinken bij hun waterbron. Onze reisgenoten waren daar ook wel voor in en dus vertrokken we met zijn allen voor een trektocht door de jungle, op zoek naar onze slaapplaats. Mike heeft in zijn leven
al heel wat gehiked en is nu vrijwilliger bij de boyscouts in de US. Hij had veel nuttige tips en leuke verhalen voor onderweg! Twee dames uit Canada (Sacha and Larissa) sloten zich bij ons aan.
Vooral Larissa was zo gek als een deur. Terwijl wij hiking schoenen, sokken en een lange broek droegen tegen de bloedzuigers, droeg zij sandalen en een korte broek. Elke stap die je zette had je
kans bloedzuigers op je benen te krijgen, welke zij met plezier van haar huid aftrok, grote bloedende plekken achterlatend. Grote spinnen (het soort dat geen web maakt, maar zijn prooi gewoon
bespringt en zijn giftanden erin zet) ook geen probleem voor haar. Ze gaat er gerust dicht naast staan! Je kunt je dus wel voorstellen dat we in dit gemixte gezelschap (Niels maakte terecht de
opmerking dat wij met de hele common wealth en de US op stap waren) een heel leuke tijd hebben gehad. Vanuit de hide hebben we niet echt veel dieren gezien helaas. Waarschijnlijk maakten we met
zijn allen teveel lawaai. Dankzij ons muggennet hebben Niels en ik op de houten planken nog enigzins een oog dicht gedaan. De geluiden van de jungle alleen al zijn de moeite waard om in een hide te
gaan slapen. Niet alleen krekels, maar allerlei ondefinieerbare geluiden houden je zeker het eerste uur uit je slaap. Op een gegeven moment hoor je ook hier een constant ritme in en sus je weg.
Waarschijnlijk ook omdat je moe bent van de trek naar de hide die je niet altijd over even begaanbare paadjes leidt.
Ook hebben we in Taman Negara de Canopy Walk gelopen. Een looptocht van een halve kilometer over houten planken, 45 meter boven de grond. Heel gaaf om eens een keer in de kruinen van bomen te
kijken in plaats van vanaf de grond naar boven te staren. Apen zie je dan ook een stuk gemakkelijker!
Wij hadden besloten om Melaka tot onze volgende verblijfplaats te maken. Via een bus van Jerantut naar Temerloh konden we overstappen op een bus naar Melaka die om 10h00 zou vertrekken. Helaas was deze bus al volgeboekt en konden we alleen een kaartje voor de volgende bus kopen welke om, jawel, 17h00 zou vertrekken! Zaten we daar de hele dag in de middle of nowhere called Temerloh... Uiteindelijk hebben we de hele dag een beetje geinternet, geluncht en zitten niksen. Ook kwamen we Mike weer tegen en hebben we met hem nog lekker wat gedronken. Uiteindelijk kom je je tijd wel door. Maar feit blijft dat je eigen planning hier en daar nog al eens in de war kan worden geschopt zonder dat je er ook maar enige invloed in hebt :-)!
Melaka was erg leuk! Niels heeft ontzettend veel plezier gehad met Albert, onze taxichauffeur! Nooit geweten dat Niels zulke bekende voorouders had. Heel Melaka staat vol met 'Jonker-street', 'Jonker-walk' en 'Jonker-shops'! Helaas kon niemand ons vertellen wie deze Jonker was en wat hij voor Melaka heeft betekend. Ook vind je in Melaka dankzij de VOC nog heel veel Nederlandse invloeden (1641-1811), waaronder het Stadthuys en andere gebouwen die naar Nederlandse stijl zijn gebouwd en in de christelijke kerk St Paul's (gebouwd door de Engelsen) lagen slecht onderhouden maar nog wel leesbare in oud Nederlands beschreven grafstenen.
Vanuit Melaka zijn we naar Singapore vertrokken. Land nummer drie op onze trip! Drie dagen door deze stad struinen was gelukkig meer dan voldoende. We hebben heerlijk gegeten vanuit onze eigen 'hotpot', we hebben het kunstmatige Sentosa beach bezocht en zijn met de luge naar beneden gegleden, we hebben ontzettend veel gelopen (ook door de regen), heerlijk gechillt in het tot dan toe meest relaxte hostel van onze trip en daar vooral heerlijk geslapen, we zijn naar de bios geweest met caramelpopcorn (waarom hebben we dat in NL niet!) maar het beste van Singapore was toch wel de nightsafari! Deze zoo is opgezet zoals je dat nergens anders vindt. Openingstijden van 19h00 tot 0h00 en alle nachtdieren die normaal ergens achterin hun hok slapen en daardoor nauwelijks te zien zijn op het moment dat jij in de dierentuin bent, zie je nu actief rondlopen, rennen, stoeien of eten. Zo hebben we een tijger een hele kip zien verorberen, 10 centimeter van ons verwijderd met alleen een glasplaat tussen hem en ons in. Af en toe keek de wilde kat je recht in de ogen, duidelijk door hebbende dat er iets gaande was. Terwijl wij zijn grote tanden bekeken waarmee hij de kip aan flarden scheurde. Fantastisch! Ook het vleermuizen verblijf was geniaal. Normaal zijn het zwarte hangende hoopjes en nu zaten ze heerlijk van het fruit dat in de bomen hing te snoepen terwijl wij ze gadesloegen. Een flying-squirrel die over je hoofd vliegt van de ene boom naar de andere is ook meer regel dan uitzondering. Wat zijn die beesten ineens groot als ze hun poten spreiden! Heel gaaf!
Vanaf Singapore vliegen we naar Jakarta. Eens kijken wat Indonesie ons te bieden heeft!
Van de regen in de zon
In de trein zijn we een erg leuk stel tegengekomen uit Nieuw-Zeeland, Auckland om precies te zijn. Mike & Shelly zijn beiden in de 60 en hebben al heel wat van de wereld gezien. Wat een mooie verhalen! Ook nu waren ze alweer een aantal maanden op reis, maar moesten ze, zoals ze dat zelf zeiden, begin volgend jaar toch echt weer terug naar huis om te werken. Ook kregen we de invitatie dat het geen probleem was als wij in Auckland aankomen dat ze ons wel willen komen ophalen van het vliegveld en dat we een aantal dagen naar behoefte bij hen kunnen logeren. Fantastisch!
Eenmaal in Chiang Mai hebben we de eerste dag lekker rondgeshopt om een leuke trekking uit te zoeken, aangezien dat de reden is waarom we naar Chiang Mai zijn gegaan. Uiteindelijk gingen we twee dagen lopen in de bushbush vergezeld door, zoals later bleek, knettergekke gids Em, een erg leuk franstalig Zwitsers stel, een Spaans stel en een Chinees stel. Het Zwitserse stel (Xavier en Tatiana) had ongeveer dezelfde reis gepland als wij, alleen de andere kant de wereld om. Zij hadden het grootste deel er al op zitten en konden ons voorzien van allerlei tips en mooie verhalen. Heerlijk om alvast te fantaseren over wat er nog komen gaat!
De eerste dag van de wandeling bezochten we de stam genaamd de longnecks. Vrij toeristisch opgezet helaas. Maar feit blijft dat deze mensen wel met tig zware ringen om hun nek rondlopen. Wat moet dat verschrikkelijk zijn! De rest van de dag stond in het teken van lopen, lopen en nog eens lopen. Omhoog de berg op, vergezeld door een hoop muggen, vliegen en zweet. Gelukkig hadden we onze huid al flink met antimuggenspul ingesmeerd. Onze Chinezen waren de enige die dit niet hadden gedaan. Zij hadden dan ook armen vol bulten. Leuk die eigenwijze mensen :-)! Boven aangekomen wachtte ons na al dat geklim een douche van ijskoud bergwater. Brrr..!! Maar zeker verfrissend! Em had heerlijk voor ons gekookt, mega spicy Thais eten as usual. Niels en ik kunnen er niet aan wennen helaas. Na het eten kwamen wat dorpsjongens langs die erg graag Engels wilden leren. Ik waagde een poging door een gesprek aan te knopen. Heel veel verder dan 'What's your name' en 'How old are you' kwam ik niet want zelfs deze vragen begrepen ze haast niet. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik dingen ging aanwijzen zodat zij het Engelse woord moesten noemen. 'Refrigerator' was een lastige. Leergierig zijn ze in ieder geval wel! Zelf heb ik een poging gedaan om Thais van hen te leren, maar ook dat was tevergeefs. De woorden voor 'rechts' en 'links' etc. ben ik inmiddels alweer vergeten! Resultaat van deze avond was dat we de volgende dag een kijkje konden gaan nemen op hun school. Zie hiervoor het filmpje dat we geplaatst hebben. Brutaal als Niels is stapte hij zo een klas binnen om even wat Engelse les te gaan geven.
De ochtend werden we enigzins brak wakker. Slapen deden we met zijn achten op rij (gezellig!) in een bamboehut. Je kon de bamboeplanken door het matje heen voelen en 's nachts was het erg koud! Maar ach.. dat hoort erbij zullen we maar denken. Na een heerlijke boerenomelet, weer bereid door Em, stond de tweede dag lopen op de planning. Helaas had iedereen behalve wij een ritje op een olifant geboekt bij deze trekking waardoor wij ook gratis op een olifant konden stappen. Saai! Zaten we weer in zo'n bakje suf heen en weer te schommelen. Daarna weer volop aan de wandel! Verder de berg op. Tijdens dit tweede stuk wandelen kwam Em een spinnenhol tegen. Een klein gaatje in de grond en hij had trek. Voor onze neus begon hij het hol open te hakken met zijn kapmes. Dik 30 centimeter lager kwam er een giga spin te voorschijn. Deze besloot hij te ontdoen van zijn giftanden om vervolgens een vuurtje te maken, de spin te braden en te eten. Iedereen kreeg een stuk spin aangeboden om te proeven en uiteraard had Niels daar wel oren naar. Eenmaal aangekomen bij de rivier konden we onze tweede warme dag afsluiten met raften: helm op, reddingsvest aan, peddel in de hand en gaan! Beneden aan de rivier werden we opgehaald met de auto voor onze weg terug naar Chiang Mai.
Onze vieze trekking kleren hebben we gelijk weggebracht bij de 'Laundry Service'. 5 kilo wasgoed laten wassen voor nog geen 3 euro. Relaxed! Ons verblijf in Chiang Mai sloten we af met een 1-daagse kookcursus bij Baan Thai Cooking School. Niels en ik weten nu hoe we coconut soup, chicken cashewnuts, penang curry, springrolls, mango with sticky rice en fried banana moeten maken. De hele dag koken en eten.. pfff! Wel erg leuk om te doen en te zien hoe er hier gekookt wordt.
Omdat de trein vanuit Chiang Mai naar Bangkok helemaal volgeboekt zat voor de komende week, besloten Niels en ik te vliegen van Chiang Mai naar Bangkok om vanaf daar de bus te pakken naar Chumpon om verder met de boot te reizen naar Koh Tao. Even echt de zon en het strand opzoeken. Onze vlucht hadden we achteraf net op tijd geboekt gezien de situatie op BKK airport! Bij onze vlucht kwamen we erachter dat we maar 15 kilo bagage konden inchecken. Omkleden in onze zwaarste kleding en alle zware spullen in de handbagage! Wat een gedoe op het vliegveld. De stress sloeg toe aangezien de uiterlijke check-in tijd naderde. Maar het bijbetalen was te duur om het niet te doen: backpackstyle! Bij aankomst op BKK airport wisten we dat we onze busreis erg krap geboekt hadden waardoor het wel eeuwen leek voordat onze bagage op de band verscheen. Onze bus vertrok vanaf het centrum van Bangkok en wij hadden nog 1 uur en drie kwartier voordat deze vertrok. Normaal duurt deze rit ongeveer een uur en voor de taxi's op de meter stond een gigantische rij mensen met tickets die netjes op hun beurt wachten. Daar hadden wij geen tijd voor. Het zwarte circuit dan maar. Na even onderhandelen met een meisje konden we bij haar vader/oom/vriend/man/whatever in de auto. Na nog geen 15 minuten stonden we muurvast in de file, want uiteraard werd de tolweg omzeild, shit! Niels en ik begonnen na een half uur redelijk te stressen, steeds op mijn horloge kijkend en naar buiten hopende op een glimp van herkenning van de stad, maar tevergeefs. Onze chauffeur nam rare afslagen, kruipdoor sluipdoor weggetjes langs sloppenwijken en rare gedachten schoten door onze hoofd. Wat hebben we gedaan? We hadden geen idee waar we waren! En ineens zei de chauffeur: 'We zijn er, die straat in'. Via zijn route door de suburbs waren we uitgekomen bij het drukste gebied van de stad: Kao San Area! Met nog 15 minuten voor check in konden we tevreden door naar de bus!
Het vervolg van de reis ging gelukkig voorspoedig: de bus was ijskoud van de airco, bij Niels liep een kakkerlak over zijn voet en door de haast hadden we een tijd gehad om te eten (het was inmiddels 21h00). Met wat snacks uit de supermarkt stilden we onze honger. En de hoeveelheid stress liet ons heerlijk slapen waardoor we om een uur of 5 's morgens onze ogen konden openen op de pier in Chumpon. De boot vertrok echter pas om 7 uur maar dat was niet erg. Wij hebben lekker buiten gezeten om de zon te zien opkomen met op de achtergrond het geluid van de golven. Heerlijk! Vol goede moed stapten we twee uur later op de boot, niet wetende dat de Lompraya speed catamaran garant zou staan voor een ruim 2 uur durende achtbaanrit. Wat een golven! Het kotspercentage aan boord was zeker 60%! De bemanning liep alleen maar rond met plastic kotszakjes en toiletpapier ipv drankjes te verkopen! Niels en ik kwamen er gelukkig 'goed' vanaf. Lijkbleek en misselijk maar zonder over te geven konden we de raincovers over onze tassen gooien want op Koh Tao regende het pijpenstelen! Niks idyllisch eiland! Een en al druipende regen!
Helaas hadden we de eerste drie dagen alleen maar regen op Koh Tao. Een van de eerste dingen die we regelden was het duiken! Dit kun je tenslotte ook doen als het regent. Ik had me ingeschreven voor een Padi cursus terwijl Niels al aan zijn eerste funduik kon beginnen. Seashell bleek de gelukkige organisatie en dat was achteraf een heel goede keuze. Er hing echt een familiegevoel bij deze duikclub. Allemaal superleuke mensen waar we diverse avonden mee hebben doorgebracht. Onder andere Lee & Jenny (divemasters in opleiding) uit Brighton waren erg gezellig. James, onze divemaster, heeft ons de leuke eet- en drinktentjes van het eiland laten zien en ons bij hem thuis uitgenodigd voor een lekker filmavondje op een sofa en lovely Hanna uit Zweden die iedereen wel kon knuffelen en als favoriete Nederlandse woord 'postkantoor' had omdat dit blijkbaar hetzelfde is in het Zweeds. Na vier dagen klaslokaal en vier buitenduiken kon ik mijn Padi duiklicentie in ontvangst nemen. Wat een mooie vissen heb je hier toch! Heel wat anders als in Nederland duiken! Helaas was het zicht tijdens de eerste funduik van Niels en mij samen ongeveer net zo slecht als het zicht in Nederland.. onze tweede duik van die dag hebben we daardoor afgeblazen. Gelukkig was het de dag erna een stuk beter en hebben we een fantastische duik gemaakt. Na een erg gezellige week (ik raad Koh Tao echt aan iedereen aan die lekker op vakantie wil, ga alleen niet tijdens de moesson) vervolgden we onze weg naar Koh Phi Phi in de hoop dit keer wel ons velletje te kunnen laten bruinen!
Voor de boottocht terug hebben we de plaatselijke reistabletten ingenomen en stapten we een stuk vrolijker de Lompraya af (in tegenstelling tot een hoop andere mensen). Eigenlijk waren die hoge golven wel gaaf! Voor de boot naar Koh Phi Phi hadden we voor de zekerheid ook maar een reistabletje geslikt. Dit bleek achteraf totaal niet nodig. Heel rustig en vlak water en een erg langzame boot. Bij aankomst een al zon! Op Koh Phi Phi hebben Niels en ik echt genoten van ontzettend mooie stranden, heel fijn zand tussen je tenen (vooral bij Maya bay, daar waar de film 'The Beach' is opgenomen), lekker veel gesnorkeld en gedoken, heel mooie vissen gezien, heel helder water en zelfs black tip reef sharks gespot met snorkelen! Ik schrok me wild de eerste keer dat ik ze zag. Omcirkeld worden door zes haaien gebeurt je niet elke dag. Bleken we bij shark island te zijn! Helaas hebben we geen schilpadden gezien in het water. Wel eentje vanaf de duikboot. Wat een leuke beesten vind ik dat! Op monkey island hebben we kunnen spelen met apen. En vanaf een longtail (de lokale houten boot) nog heel mooie foto's kunnen maken van de ondergaande zon. Heerlijk vakantiegevoel gehad! Momenteel zitten we in Krabi en pakken we morgen het vliegtuig naar Kuala Lumpur, Maleisie. Na 26 dagen Thailand is het tijd voor het volgende land!